De vergunning voor kleinhandelsactiviteiten

Eén van de vele wettelijke verplichtingen waar je aan dient te voldoen bij de opstart van een kleinhandelszaak, kan de aanvraag van een vergunning voor kleinhandelsactiviteiten zijn. Deze vindt zijn oorsprong in de wet op de handelsvestigingen van 13 augustus 2004, ook wel de ‘Ikea-wet’ genoemd. Vanaf 1 januari 2018 wordt dit, in het kader van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, geïntegreerd in de omgevingsvergunning.


Verplicht bij meer dan 400 m² verkoopoppervlakte

De vergunning voor kleinhandelsactiviteiten moet aangevraagd worden van zodra de oppervlakte van je verkoopruimte die publiek toegankelijk is, meer dan 400 m² bedraagt.  Ook bij belangrijke wijzigingen van de aard van de handelsactiviteit en bij belangrijke uitbreidingen van bestaande kleinhandelsbedrijven is een vergunning verplicht. Groothandel, die nooit rechtstreeks aan de consument verkoopt, is hier niet aan onderworpen.

Er zijn 4 categorieën van kleinhandelsactiviteiten:

  1. verkoop van voeding;

  2. verkoop van goederen voor persoonsuitrusting (d.w.z. textiel, kleding, schoenen, lederwaren, parfumerie, cosmetica, sieraden);

  3. verkoop van planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw (o.m. tuincentra);

  4. verkoop van andere producten.

De netto-handelsoppervlakte is de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakte. Het omvat ook de kassazones, de zones achter de kassa’s en de inkomruimte als ze ook gebruikt worden om waren uit te stallen of te verkopen. De voorraadruimte, atelier, kantoren, lokalen specifiek voor personeel, … worden niet mee in rekening genomen.


Motivatiedossier

Bij de vergunningsaanvraag moet een goed onderbouwd motivatiedossier gevoegd worden. In dit dossier wordt een analyse gevraagd omtrent diverse elementen. Zo wordt eerst en vooral afgetoetst wat de invloed van de (nieuwe) handelsvestiging zal zijn op de ruimtelijke omgeving. Er wordt nagezien of de inplanting in het (gemeentelijk) ruimtelijk beleid past, of er geen mobiliteitsproblemen gegenereerd worden enz.

Daarnaast wordt de link met de consument bestudeerd. Wat is het assortiment van de nieuwe zaak en welk doelpubliek wordt aangesproken, wat is het verzorgingsgebied van de zaak, welke demografische evoluties zijn zichtbaar,… Verder wordt ook de invloed op de (lokale) werkgelegenheid onderzocht en tot slot, de weerslag van het project op de reeds bestaande handelsnetwerk in de omgeving. Zowel de bescherming van de consument als de naleving van de sociale wetgeving en arbeidswetgeving worden als zeer belangrijk ervaren binnen het aanvraagdossier.


Beoordeling aanvraag

De behandeling van dergelijke aanvraag gebeurt veelal door het lokale college van burgemeester en schepenen. Vanaf het moment dat de lokale overheid aangeeft dat een dossier volledig is, heeft diezelfde overheid 50 dagen de tijd om een beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag.

Overschrijdt de verkoopoppervlakte echter de grens van 1000 m², dan wordt ook advies ingewonnen bij een hogere adviesraad, namelijk het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (= NSECD). Dit heeft als gevolg dat de beslissingstermijn met 20 dagen verlengd kan worden. Indien er geen beslissing komt van de gemeente binnen de vooropgestelde termijnen, is er sprake van een stilzwijgende toekenning van de vergunning.






DEEL DIT BERICHT:

Recente projecten