De wet tot omzetting van de Europese Duurzaamheidsrapporteringsrichtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive of CSRD) in Belgisch recht werd goedgekeurd.
Grote ondernemingen die verplicht zijn een duurzaamheidsrapport te publiceren, moeten niet alleen verslag uitbrengen over hun eigen activiteiten, maar ook over die binnen hun waardeketen (value chain). Dit zorgt ervoor dat veel Belgische KMO’s geconfronteerd worden met verzoeken om informatie, wat leidt tot een aanzienlijke administratieve belasting. Om deze last te verlichten, is bij de Belgische omzetting van de richtlijn vastgesteld dat het voortaan verboden is om:
Daarnaast heeft de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group), de instantie die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van de rapporteringsstandaarden binnen de CSRD, besloten om de veelbesproken dubbele materialiteitsanalyse (double materiality assessment of DMA) uit de vrijwillige standaarden voor KMO’s te schrappen. Dit betekent een verdere vereenvoudiging voor KMO’s die hiermee aan de slag gaan.
Hoewel de afschaffing van deze verplichting ongetwijfeld positief is in termen van administratieve verlichting, blijft de dubbele materialiteitsanalyse een waardevolle strategische oefening voor elke onderneming. Het helpt om in het brede scala aan duurzaamheidsthema’s prioriteiten te stellen, zodat jouw bedrijf zijn tijd en middelen efficiënt kan inzetten en zich kan richten op wat echt belangrijk is.
Vragen hierover? Contacteer ons dan gerust vrijblijvend voor meer informatie!
De omzettingwet kan hier geraadpleegd worden.
Wij willen jou als Vlaamse ondernemer ondersteunen bij de transitie naar een duurzaamheidsrapport en ervoor zorgen dat jouw onderneming zijn positie in de markt behoudt. Wij helpen jouw onderneming klaar te stomen voor de toekomst!
De drempels van de definitie om als “grote onderneming” onder het toepassingsgebied van de richtlijn te vallen, werden door Europa omhoog getrokken.
De Raad en het Europese Parlement zijn deze maand tot een akkoord gekomen om de sectorspecifieke standaarden, alsook de standaarden voor sommige bedrijven uit niet-Europese landen met afdelingen in één van de lidstaten en beursgenoteerde KMO’s uit te stellen met 2 jaar.