Verplichting zonnepanelen voor gebouwen met hoge elektriciteitsafname

Tegen 30 juni 2025 zijn zonnepanelen verplicht op gebouwen waar de elektriciteitsafname hoger is dan 1 gigawattuur (GWh) per jaar. Het zijn de eigenaars, erfpachters en opstalhouders van deze gebouwen die onderworpen zijn aan de verplichting. Voor overheidsgebouwen ligt de drempel op 250 megawattuur (MWh) per jaar.

Voorwaarden voor de zonnepanelenverplichting

De verplichting om zonnepanelen te installeren geldt voor gebouwen in Vlaanderen die aangesloten zijn op een EAN-afnamepunt waar sinds 2021 jaarlijks meer dan 1 GWh (1000 MWh) elektriciteit wordt afgenomen van het net. Het jaarlijkse verbruik, zoals geregistreerd door de netbeheerder, bepaalt of een gebouw onder deze regeling valt.

Er zijn echter uitzonderingen op deze basisverplichting:

  • Wanneer de gemiddelde jaarlijkse elektriciteitsafname van de drie voorgaande kalenderjaren lager is dan 900 MWh, maar meer dan 0 MWh.
  • Aftopping op basis van elektriciteitsafname.
  • Aftopping op basis van een netstudie.

Verantwoordelijk voor het naleven van de verplichting zijn de eigenaars, erfpachters of opstalhouders van de gebouwen die aan het betreffende EAN-afnamepunt zijn gekoppeld. In gevallen waar meerdere gebouwen aan één EAN-afnamepunt verbonden zijn, of wanneer meerdere partijen eigenaar of erfpachter zijn, zijn alle betrokkenen gezamenlijk verantwoordelijk (in solidum).

Hoeveel zonnepanelen moet je plaatsen en waar?

De hoeveelheid vereiste zonnepanelen wordt bepaald door de totale horizontale dakoppervlakte van het gebouw. De zonnepanelen moeten worden geïnstalleerd op het dak of aan de gevel van de gebouwen die verbonden zijn met het EAN-afnamepunt. Alternatieve locaties zijn mogelijk, zoals:

  • Op een of meerdere carports of fietsenstallingen
  • Op ‘marginale’ gronden, zoals bermen of gesloten stortplaatsen, mits deze geen natuur- of landbouwgebieden zijn
  • Op drijvende installaties op waterpartijen
  • Binnen agrarisch gebied, mits overkoepelend

Het is ook toegestaan de zonnepanelen op een andere locatie te installeren, mits deze via een directe lijn aan het oorspronkelijke EAN-afnamepunt zijn verbonden en binnen de bovenstaande categorieën vallen.

Strengere voorwaarden voor publieke organisaties

Publieke organisaties hebben een voorbeeldfunctie en worden daarom onderworpen aan strengere voorwaarden. Wanneer publieke organisaties de enige eigenaars, erfpachters of opstalhouders van gebouwen zijn die gekoppeld zijn aan een EAN-afnamepunt, geldt de verplichting al bij een jaarlijkse elektriciteitsafname van meer dan 250 MWh. Vanaf 2030 worden de regels verder aangescherpt: gebouwen die vanaf 2026 een afname van meer dan 100 MWh per jaar hebben, zullen dan ook aan de zonnepanelenverplichting moeten voldoen.

Mogelijke alternatieven en uitstel

Onder bepaalde voorwaarden kan de eigenaar kiezen voor alternatieve oplossingen. Zo is het mogelijk een windturbine te installeren, een warmte-krachtkoppeling (WKK) op biomassa of biogas te realiseren of te participeren in een nieuwe groenestroominstallatie.

Daarnaast is uitstel mogelijk in de volgende situaties:

  • Dakrenovatie.
  • Sloop en heropbouw.

Deze uitstelmogelijkheden worden case per case beoordeeld, omdat de regels zeer specifiek zijn.

Sancties

Wie de PV-verplichting niet op tijd naleeft, riskeert een niet-bevrijdende geldboete. Daarnaast is er ook een boete voorzien voor het niet tijdig reageren op een informatieverzoek van het VEKA

Meer details over de procedure en sancties zijn hier te vinden.